Page 25

Apothekersblad_N_09_september_2015

Apothekersblad nr. 9 - september 2015 Dialoog — 25 Dialoog Om deze nieuwe interventies in de apotheek te kunnen ontwikkelen, vragen we aan de overheid om ons vergoedingsmodel te herzien. Wij willen – nog meer dan vandaag het geval is – worden vergoed voor onze farmaceutische zorg en de verhoogde bijdrage die wij inderdaad leveren tot de gezondheid van de patiënt. Vanzelfsprekend vragen wij geen brutale verandering, maar een geleidelijke overgang naar dit toekomstige model. Heeft dergelijke benadering, gezien de budgettaire context, wel kans op slagen? Jan Depoorter: Wij weten heel goed dat er geen nieuw budget komt. De overheid is zeer duidelijk ter zake. Het kabinet van Maggie De Block is echter even duidelijk over het feit dat, mocht er een nieuwe tussenkomst zijn die toelaat om het geneesmiddelenverbruik te beperken of te strijden tegen verspilling – bijvoorbeeld door een verbetering van de therapietrouw –, een deel van het aldus bespaarde budget terug zou kunnen worden geïnjecteerd in de sector die aan de oorsprong van de besparingen ligt. Dat is juist wat we willen: geleidelijk aan een deel van onze vergoeding verschuiven naar nieuwe doeltreffende interventies, zowel in termen van kostprijs als van volksgezondheid, en zo onze vergoedingsmassa verhogen wanneer deze tussenkomsten daadwerkelijk tastbare besparingen opleveren. Wat veronderstelt dat je de doeltreffendheid van deze tussenkomsten kan bewijzen… Jan Depoorter: Het is een boodschap die we al hebben uitgedragen, maar die we misschien niet voldoende hebben herhaald: we zijn vandaag in een tijdperk gekomen waarin we absoluut de reflex moeten kweken om onze farmaceutische zorghandelingen te registreren. We moeten kunnen traceren wat we doen. Zoniet zullen we onze meerwaarde niet kunnen bewijzen, noch a fortiori onze toekomstige aanvragen voor de vergoeding van nieuwe handelingen staven. De griepcampagne die enkele weken geleden door VAN en AUP werd gelanceerd, is hier een perfect voorbeeld van. Het is van essentieel Invulling van de farmaceutische zorg? De oriëntatienota die aan de minister van Volksgezondheid werd voorgelegd, omschrijft kort de drie assen waarrond de APB in de toekomst nieuwe initiatieven wil ontwikkelen om de farmaceutische zorg concreet in te vullen, meer bepaald: 1. de officina als oriëntatiecentrum; 2. de preventie; 3. het goed geneesmiddelengebruik. In onze volgende edities zullen wij ons buigen over de twee laatste assen. We focussen ons hier op de officina als ‘oriëntatiecentrum’. Uittreksel: “De apotheker beschikt over de expertise om gezondheidsproblemen op te sporen en indien nodig naar een arts door te verwijzen. Dat kan gebeuren naar aanleiding van een geprotocolleerd oriëntatiegesprek, waarbij de apotheker door middel van gevalideerde vragenlijsten, begeleide zelftests en beslissingsbomen tot een doorverwijzing kan overgaan. Bij dit proces van bevraging kunnen informaticatoepassingen en webservices deze bijkomende interventie van de apotheker ondersteunen. Op korte termijn is het mogelijk een studie op te zetten om deze concrete vraag te evalueren, waarbij mogelijke gezondheidsklachten en bijhorende risicogroepen in kaart worden gebracht door middel van een statistisch representatieve steekproef. Een inventarisatie van het aantal klachten, de aard, de ernst en de eventuele interventie kunnen dit initiatief verder onderbouwen. Niet alleen de initiatieven van het CWOA zijn daarvoor wenselijk, ook universiteiten kunnen hieraan meewerken. Op middellange termijn en met het cijfermateriaal in handen kan in een volgende ronde het overleg met andere gezondheidswerkers over de functie van de apotheek als oriëntatiecentrum plaatsvinden, in samenwerking met de artsen. In eerste instantie komt het erop aan de artsen hiervan te overtuigen.” belang dat de apothekers massaal investeren in deze campagne en de barcodes op de vaccinatiekaartjes scannen zodra ze een patiënt sensibiliseren die zich nog nooit heeft laten inenten. Deze campagne biedt een unieke gelegenheid voor de apothekers om hun verantwoordelijkheden op te nemen en de rol te bewijzen die ze op dit vlak kunnen spelen. Hoe kunnen we beweren dat de apotheker een meerwaarde voor de vaccinatie kan bieden als de participatiegraad aan deze campagne laag is? Dan zijn we toch niet meer geloofwaardig! Erger nog, we dreigen buitenspel te worden geplaatst en elke toekomstige rol in dit dossier te v erliezen. Dat geldt voor al onze handelingen in het kader van de farmaceutische zorg. Wij – apothekers – zijn overtuigd van hun toegevoegde waarde. Maar wat voor ons vanzelfsprekend is, is dat niet noodzakelijkerwijze voor onze gesprekspartners. We hebben tastbare bewijzen nodig om onze toegevoegde waarde te bewijzen. Dat kan bijvoorbeeld via een registratie van onze handelingen. We zijn vandaag in een tijdperk gekomen waarin we absoluut de reflex moeten kweken om onze farmaceutische zorghandelingen te registreren. We moeten kunnen traceren wat we doen.


Apothekersblad_N_09_september_2015
To see the actual publication please follow the link above