Page 27

Apothekersblad_N_09_september_2015

Dialoog Apothekersblad nr. 9 - september 2015 Dialoog — 27 Dat is een aanzienlijke kostprijs voor de APB, maar het is een coherente keuze. Alle apothekers moeten in staat zijn om gegevens uit te wisselen. Jan Depoorter: Daarom moeten we ervoor zorgen dat de informatie uitwisselbaar is. Wat nog niet volledig het geval is. Op dit ogenblik is de posologie, bijvoorbeeld, informatie die wordt geregistreerd in onze software in de officina, niet onder de vorm van gestructureerde gegevens maar in tekstvorm. In de komende maanden zullen wij rond de tafel gaan zitten met de softwarehuizen teneinde aan het lokaal FD een structuur te geven die de gegevensuitwisseling toelaat; het idee bestaat erin er een echt ‘farmaceutisch’ dossier van te maken dat niet is beperkt tot de afgeleverde producten. Midden augustus maakten de media gewag van de bereidheid van Maggie De Block om tot een betere spreiding van de apotheken te komen. Is dat een onderwerp waarover de APB zich zorgen maakt? Jan Depoorter: Dankzij het sensibiliserings- en interpellatiewerk van de APB buigt het kabinet zich nu ernstig over deze kwestie. En de gebruikte aanpak – de wil om het probleem breder te bekijken, en objectieve criteria te bepalen die transparante beslissingen waarborgen, niet vatbaar voor interpretatie, rekening houdend met de plaatselijke situatie – lijkt ons zeer gezond te zijn. Dit dossier zal wellicht positief kunnen worden afgerond tegen het einde van het jaar. Charles Ronlez: De kwestie van de dichtheid van het officinanetwerk is een zaak waarvoor wij zeer aandachtig blijven, want als de apotheker echt potentieel heeft – dat nog ruimschoots onderbenut is – vooral op het vlak van preventie, dan is dat onder meer omwille van zijn nabijheid en zijn zeer grote toegankelijkheid. In de huidige context van de ziekenhuishervorming en de belangrijke ontwikkeling van de thuiszorg, zijn dit duidelijk troeven die behouden moeten blijven. Met de toekomstige oprichting van de regionale organen die zullen worden belast met de volksgezondheidsmateries in het kader van de 6de staatshervorming zal een goede samenwerking tussen de APB en de regionale beroepsstructuren – AUP en VAN – nog meer van belang zijn…  Charles Ronlez: Dat is zo, ja. Wij hebben op dit vlak trouwens een zeer concreet voorstel dat in januari eerstkomend zou van kracht kunnen worden.* Het idee bestaat erin de twee regionale koepels bij de werking van het Bestuurscomité van de APB te betrekken door dit regelmatig uit te breiden met een vertegenwoordiger van VAN en van de AUP. Deze regelmatige deelname zou de informatieuitwisseling vergemakkelijken en zou de transparantie over onze respectieve acties verbeteren. Jan Depoorter: Het is noodzakelijk op een gestructureerde wijze samen te werken, niet alleen om een goede coördinatie van onze acties te verzekeren en dus hun doeltreffendheid te versterken, maar ook ten aanzien van de buitenwereld. Want alleenstaande initiatieven die niet het voorwerp van overleg hebben uitgemaakt, kunnen als ongeordend overkomen en kunnen in fine de geloofwaardigheid van onze sector aantasten. Charles Ronlez: Als we de wederzijdse samenwerking en communicatie tussen de APB en beide regionale structuren willen versterken, mag dit vanzelfsprekend niet gebeuren ten koste van de plaatselijke beroepsverenigingen. We blijven voorstander van de bottom-up aanpak die wij bijvoorbeeld hebben gebruikt voor het strategisch weekend. Luisteren naar de beroepsverenigingen en de basis is primordiaal. De voorbije achttien maand hebben wij drie maal de ‘ronde van België’ afgelegd. Dit rechtstreeks contact met de beroepsverenigingen wordt sterk gewaardeerd door talrijke apothekers. Wij zijn zeker bereid om dit opnieuw te doen. Wat betekent dat u binnen twee maand beiden kandidaat bent voor de verkiezingen van het volgende Bestuurscomité? Charles Ronlez: Het tegendeel zou onaanvaardbaar zijn, nee? We kunnen nu toch niet de benen nemen?? Nu alle projecten waaraan wij de voorbije maanden hebben gewerkt, in een nieuwe onderhandelingsfase met de overheid terechtkomen en geleidelijk aan concreet worden? Nu we de laatste maanden constructieve contacten hebben gelegd met talrijke actoren? Ik denk meer bepaald aan het kabinet van Maggie De Block, met wie alle vertegenwoordigers van de zorgverstrekkers aan het begin van de legislatuur hebben geworsteld omdat haar werkmethodes zo verschillend zijn van die van het kabinet Onkelinx. Twee jaar geleden, met het vertrek van Filip (Babylon) en Christian (Elsen), verloor de APB twee zeer ervaren onderhandelaars. Jan en ik werkten aan hun zijde en we verwierven zo heel wat ervaring. Het lijkt ons essentieel te zijn om op onze beurt deze ervaring met anderen te delen… Jan Depoorter: Aan het begin van de zomer legden wij aan het kabinet van Maggie De Block een plan voor inzake de ontwikkeling van het beroep; dit zou kunnen leiden tot de ondertekening van een historische kaderovereenkomst die ons duidelijke perspectieven kan bieden voor de komende jaren. Dit ambitieuze project zal echter slechts kunnen slagen indien het beroep in zijn geheel de beweging volgt en geleidelijk aan mee stapt in een project van ontwikkeling van nieuwe farmaceutische zorg. De voorstellen die wij hebben voorgelegd, zijn stevig en gegrond, maar wij hebben ook het vertrouwen van de apothekers nodig om deze te kunnen concretiseren. François Bonheure * Bij de redactie van dit interview moest dit voorstel nog worden voorgelegd aan de Bondsraad. We blijven voorstander van de bottom-up aanpak. Luisteren naar de beroepsverenigingen en de basis is primordiaal.


Apothekersblad_N_09_september_2015
To see the actual publication please follow the link above