Het
pleidooi voor de oprichting van een nieuwe opleiding tot praktijkassistent, die
de huisarts moet ondersteunen, kwam in maart al uitgebreid aan bod in de media. Vorig weekend werd dat idee opnieuw opgepikt ter
gelegenheid van de officiële opening van het acamadisch jaar. Prof. Bernard
Himpens, voorzitter van de Vlaamse vleugel van de Koninklijke Academie voor
Geneeskunde, pleitte voor de oprichting van het beroep van ‘hulparts’.
Mooi in theorie misschien, maar die piste druist volledig in tegen alles wat de
voorbije jaren werd ondernomen met het oog op een geïntegreerde zorg voor
chronisch zieken. Dergelijke zorg moet gebaseerd zijn op een versterkte
eerstelijnszorg en een volkomen complementaire samenwerking. Nog eens een nieuw
beroep uitvinden is dan ook geen goed idee.
De huidige actoren hebben meer dan voldoende competentie in huis om aan de maatschappelijke
noden te beantwoorden. Apothekers kunnen huisartsen ondersteunen met
farmaceutisch advies op basis van gestructureerd medicatienazicht of door de
therapietrouw en gezondheidskennis van patiënten te bevorderen. De eerste lijn
harmoniseren, versterken en coördineren, waardoor elke zorgverlener zijn rol
voluit kan uitoefenen, moet een absolute prioriteit zijn om de toekomstige
uitdagingen in de gezondheidssector het hoofd te kunnen bieden.
APB blijft voor die aanpak pleiten in het kader van de hervorming van het KB 78
dat de uitoefening van de gezondheidsberoepen regelt. Het Vlaamse
ApothekersNetwerk heeft in de media gereageerd op het voorstel om het beroep
van ‘hulparts’ te creëren. Voor het persbericht van VAN, klik hier.