Nieuws

Waarom (nood)anticonceptie in gezondheidszorg thuishoort…

Gepubliceerd op 16/06/2017

Het politiek-ideologische debat over de verstrekking van (nood)anticonceptie in Waalse centra voor familiale planning mag dan wel gaan over de toegankelijkheid van (nood)-anticonceptie, in se is het vooral een uiting van misprijzen van bepaalde politici en politieke partijen voor het werk dat zorgverstrekkers zoals huisartsen en apothekers dagdagelijks verrichten om seksuele gezondheid en (nood)anticonceptie bespreekbaar
te maken, en van een misprijzen van de eerstelijnsgezondheidszorg tout court.

De noodzaak van centra voor familiale planning in dichtbevolkte gebieden staat hier niet ter discussie. Die centra vervullen een belangrijke sociale rol met betrekking tot seksuele gezondheid. Ook slagen ze erin om het taboe bij jongeren en adolescenten rond seksuele gezondheid verder te doorbreken. Althans bij die jongeren die via de voordeur in een centrum durven binnenstappen of de anonieme hulplijn bellen. De psychologische drempel voor heel
wat adolescenten en jongvolwassenen om met hun vertrouwde huisarts en/of apotheker over seksueel gerelateerde aandoeningen te spreken, is vandaag de dag nog steeds het bestaansrecht van die centra voor familiale planning.

De politieke voorstellen om in die centra effectief ook (nood)anticonceptie te verstrekken zijn stuiptrekkingen voor het behoud van die centra. De jongere generatie van huisartsen heeft minder problemen om seksuele problemen met hun jong patiënteel te bespreken, in alle vertrouwen. In elke groepspraktijk van huisartsen is wel een huisarts die zich daar specifiek mee bezighoudt en daarin ook continu bijschoolt. Via sociale media delen jongeren gretig met welke huisarts uit de buurt je wel (of niet) kunt praten. Anticonceptie voorschrijven gebeurt niet met
een eenvoudige pennentrek tijdens een al dan niet anonieme consultatie. De familiale en persoonlijke anamnese naar trombylitische incidenten is daarbij van primordiaal belang.

De seksuele gezondheid is een integraal deel van de gezondheid van een individu, net als – om iets te zeggen - de mondgezondheid. Het onttrekken van een aspect van de gezondheid van een individu aan het gehele plaatje, staat haaks op good clinical practices en op de verregaande samenwerkingsinitiatieven in de eerstelijnsgezondheidszorg. De registratie van de aflevering van geneesmiddelen is van essentieel belang, net als het elektronisch delen van gegevens tussen zorgverstrekkers.

Boven en onder de taalgrens proberen zorgverstrekkers samen te werken, net omdat de gezondheid van elk individu één en onverdeelbaar is. De bypass van een centrum voor familiale planning door het voorschrijven en afleveren van (nood)anticonceptie is niet langer gerechtvaardigd door de goede bereikbaarheid van de bijna 5.000 goed in België verspreide apotheken, en de terugbetaling. Het maatschappelijke debat en de politieke démarche die nu aan Franstalige kant plaatsvinden, getuigen van een volledig misplaatst wantrouwen en zelfs misprijzen ten aanzien van de evolutie binnen de eerstelijnszorg en ten aanzien van die apothekers en huisartsen die respectievelijk de beste medische en farmaceutische zorg willen verstrekken, ook met betrekking tot seksuele gezondheid.

Het echte debat dat moet worden gevoerd is hoe die centra nog beter hun belangrijk sociaal werk op het terrein verder kunnen uitrollen, zonder daarbij een deel van de bevolking de essentiële medische en farmaceutische zorg en follow-up te ontzeggen. Bij de achterkamermentaliteit en anonimiteit van de zorg in die centra zijn jongeren en jongvolwassenen niet gebaat, en heel zeker de volksgezondheid niet. Aan de andere kant moeten zorgverstrekkers blijvend gemotiveerd worden om inspanningen te leveren zodat de problematiek van seksuele gezondheid en (nood)anticonceptie nog meer bespreekbaar wordt gemaakt. Door aanpassingen aan curricula en bijscholing werken apothekers voortdurend aan de evolutie van hun beroep en het uitbreiden van hun competenties in functie van de veranderende maatschappelijke noden. De doelbewuste pogingen vanuit het politieke middenveld om met het voorstel van populistische maatregelen die eerstelijnsgezondheidszorg te ondermijnen, moet dan ook worden doorprikt. Het gaat in dit debat dus eigenlijk niet over de toegankelijkheid van (nood)anticonceptie in een land met de meeste apothekers en huisartsen per inwoner. Wel over hoe centra voor familiale planning worden misbruikt voor politiek-populistische doeleinden door de inspanningen van de eerstelijnsgezondheidszorg doelbewust en manifest onder de mat te vegen.

  • © Copyright 2024
  • Algemene Pharmaceutische Bond
  • All rights reserved
  • Disclaimer