Page 39

Farmaceutisch_Tijdschrift_van_Belgie_nr_3_september

boven de 90% van de beginconcentratie bleef, werd het werkzame bestanddeel als stabiel beschouwd. Indien de uitkomst van de vergelijking van de hellingen p<0,25 was, kon men hetzij een oordeel vellen over de equivalentie van de stalen en een gemeenschappelijke helling schatten zoals hierboven, hetzij eerder tot een verschil besluiten, en twee of meer hellingen schatten door gelijkaardige rechten te groeperen en daarna enkel rekening te houden met de steilste helling om de laagste ondergrens en dus de kortste stabiliteitsperiode in te schatten  33. Farmaceutisch Tijdschrift voor België – 95ste jaargang nr. 3 - september 2015 39 3. Resultaten 3.1. Balans Het eerste onderzoek werd in 1996 gepubliceerd en ging de stabiliteit op lange termijn na van 2 antibiotica, cefazoline en cefuroxime  34. Tot op heden werden 28 moleculen bereid onder een afzuigkap met laminaire luchtstroom (11 antiinfectieuze middelen, 5 anesthetica, 4 gastro-intestinale middelen, 2 chemotherapeutica, 2 pijnstillers, 2 ontstekingsremmers, 2 detoxificatiemiddelen bij kankerbehandeling). Hiervan werden er 17 onmiddellijk bewaard bij 5 ± 3°C en 19 eerst bewaard in een vriezer op - 20°C, daarna ontdooid in de magnetron en vervolgens bewaard bij 5 ± 3°C. Twee moleculen werden gemengd getest in twee soorten infusoren aan lichaamstemperatuur. Alle resultaten zijn beschreven in Tabellen 1, 2 en 3 en verwerkt in 55 posters die gepresenteerd werden op nationale en internationale congressen en in 36 publicaties in internationale tijdschriften. omstandigheden, terwijl invriezen van willekeurig gerangschikte zakken met daarna ontdooien bij 800 watt overeenkwam met de methode in minimale omstandigheden. De verschillende bewaarmethoden en ontdooisterktes beïnvloedden de stabiliteit van de oplossing tijdens finale bewaring bij 5 ± 3°C, en zijn beschreven voor cefuroxime  30. We observeerden inderdaad een verschil in stabiliteit van 5 dagen tussen de optimale methode en de minimale methode. De resultaten worden weergegeven in Tabel 3, met vermelding van de naam van de molecule, de leverancier, de eindconcentratie en de verdunningsoplossing en het volume, het type container, de bewaartemperatuur in de vriezer, de bewaartijd, het type magnetron en zijn eigenschappen, de dooicyclus en de vries-dooi-omstandigheden, de doseringsmethode, de stabiliteit na bewaring bij 5 ± 3°C en de referentie. 3.4. Onderzoek naar de chemische stabiliteit bij lichaamstemperatuur Tijdens ambulante intraveneuze behandelingen, bevindt de container met de infuusoplossing zich dicht bij de huid van de patiënt. De temperatuur benadert dan de lichaamstemperatuur. Een klassieke behandeling tegen kanker werd bij 32°C bewaard en de chemische analyse van de werkzame stoffen gebeurde met behulp van HPLC  63. De resultaten worden weergegeven in Tabel 2, met vermelding van de naam van de molecule, de leverancier, de eindconcentratie en verdunningsoplossing, het type container, de stabiliteitsduur en de referentie. 3.2. Onderzoek naar de chemische stabiliteit in de koelkast Zeventien moleculen werden gedurende 30 tot 60 dagen bewaard bij 5 ± 3°C. Verschillende containers werden getest: zakken van pvc en van polyolefin alsook polypropyleenspuiten. Behalve voor teicoplanine, overschreed de stabiliteit 10 dagen tot een maximum van ongeveer 2 maanden voor morfine, procaïne in cardioplegische oplossingen, sufentanil + levobupivacaïne en vancomycine. Details van de resultaten zijn weergegeven in Tabel 1, met vermelding van de naam van de molecule, de leverancier, de eindconcentratie en de verdunningsoplossing, het type container, de stabiliteitsduur en de referentie. 3.3. Onderzoek naar de chemische stabiliteit na vries-dooicyclus en definitieve bewaring bij 5 ± 3°C De werkwijze werd gebruikt voor 19 moleculen en wordt in detail beschreven in twee publicaties 30,31. Samengevat: de intraveneuze medicatieoplossingen werden, na bereiding in een steriele omgeving, gedurende de eerste 24 uur ingevroren in een diepvriezer, netjes gerangschikt, met per lade 6 zakken. Daarna werden ze overgebracht naar een bewaarvriezer. Deze tweede bewaring voorkwam oversmelting. Dit verschijnsel treedt op bij elke periode van bevriezing en kan andere bevroren oplossingen in dezelfde vriezer doen ontdooien. De bewaartemperatuur was -20°C. De zakken konden vervolgens worden ontdooid in 2 cycli, een "light" cyclus van 270 watt en een "sterke" cyclus van 800 watt. De "light" cyclus met invriezen van 6 zakken per lade strookte met de methode in optimale Tabel 2: Long term chemical stability at body temperature (32°C) Name Pharmaceutical company Concentration (mg/ml) Solution Container Long term stability Reference Fluorouracile + Folinate sodique TV+TV 24.0 + 3.2 d5 Easy pump 11 days 63 Fluorouracile + Folinate sodique TV+TV 24.0 + 3.2 d5 Infusor 11 days 63 Onderzoek


Farmaceutisch_Tijdschrift_van_Belgie_nr_3_september
To see the actual publication please follow the link above