Apothekersblad nr. 4 - april 2019 Dialoog — 33
Dialoog
En toch wordt ieder van zijn kant vaak
overspoeld met informatie …
“… En de communicatie verloopt
niet zo goed. Er zijn enorm veel
tools en informatie beschikbaar,
maar we kennen ze niet. Ikzelf
kende niet eens het bestaan van
structuren als de Lokale Centra
voor Gezondheidspromotie, die
onder andere de netwerking tussen
gezondheidswerkers kunnen
bevorderen of de Geïntegreerde
Diensten voor Thuisverzorging
(GDT), die een platform bieden
voor multidisciplinair overleg en
informatie-uitwisseling. De GDT
Luxemburg ligt trouwens aan de basis
van het Chronilux-project.”
“Hoe dan ook, het is voor apothekers
niet vanzelfsprekend om tijd te vinden
om zich te informeren of vorming
te volgen. Ze hebben al heel lange
werkdagen.”
Uw kijk is dus op enkele maanden
grondig veranderd?
“Het is duidelijk dat ik vandaag
dingen anders zou doen als ik weer
in een apotheek zou gaan werken.
Ik besefte bijvoorbeeld niet welke
enorme mogelijkheden de apotheken
hebben op het gebied van preventie.
De apotheek is een heel belangrijke
toegang tot het zorgsysteem en
apothekers moeten een essentiële
rol spelen op het vlak van advies en
doorverwijzing van de patiënten. Die
grote meerwaarde van het beroep
moet goed worden benut.”
De pilootprojecten voor geïntegreerde
zorg zijn in de eerste plaats bedoeld
voor chronische patiënten. Hoe zit dat
precies bij Chronilux?
“Ons project richt zich in eerste
instantie op mensen met een
metabolisch syndroom, met type
2 diabetes en/of cardiovasculaire
aandoeningen. Het is de bedoeling om
te komen tot een globale zorg voor die
patiënten, op basis van drie actiepijlers.
De eerste wil de patiënt zelf zijn of
haar eigen gezondheid laten beheren,
de tweede wil het werken in een
multidisciplinair netwerk bevorderen en
de derde pijler wil het preventiebeleid
verbeteren, met bijzondere aandacht
voor mensen uit kansengroepen.”
Ik kan me voorstellen dat die
globale zorg en die netwerking ook
samenwerking met veel verschillende
partners veronderstelt, wat het project
ook weer complexer maakt …
“Het Chronilux-consortium omvat
inderdaad een groot aantal partners: de
eerste- en tweedelijnszorgverleners,
de mensen van de thuisverzorging,
de organisaties voor de coördinatie
van zorg en bijstand, de verenigingen
van patiënten en mantelzorgers, de
mutualiteiten, de overheid, enz. In totaal
betekent dat ruim dertig partners.”
Sinds 1 februari staan de apothekers
van Neufchâteau dus ‘op de
eerste lijn’ met de campagne voor
diabetesscreening in de apotheek.
Hoe verloopt de samenwerking met de
andere professionele zorgverleners?
“Die verloopt heel goed, zowel met de
huisartsen als met de specialisten.
Dat is niet echt een verrassing, want
de drie diabetologen die deel uitmaken
van de stuurgroep staan er volledig
achter. Het is trouwens de taak van de
apothekers om de geïnteresseerden
duidelijk uit te leggen dat het om
een screening gaat en zeker geen
diagnose.”
“In werkelijkheid moet de patiënt
een zelftest doen in de apotheek.
De apotheker biedt ondersteuning,
maar voert de test om de geglyceerde
hemoglobine-waarde (HbA1c) te meten,
niet uit. De resultaten van de test
worden per post meegedeeld aan de
patiënt. Als die daarmee akkoord gaat,
worden ze ook aan de behandelende
arts bezorgd. Tot nu toe hebben we
nog geen enkele negatieve reactie
gekregen op de campagne, niet van
professionele zorgverleners en ook
niet van patiënten.”
De eerste reacties op deze
screeningscampagne zijn dus
allemaal positief?
“Inderdaad. De bevolking lijkt echt
blij met het initiatief. Een patiënte
De gezondheid in de provincie Luxemburg:
enkele belangrijke feiten en cijfers
→ 1 persoon op 2 kent overgewicht, en 1/3 daarvan is obees.
→ 1 persoon op 3 heeft een chronische aandoening.
→ 1 persoon op 15 heeft diabetes (69,89/1.000 inwoners tegenover
60,77/1.000 in België), een stijging met 28% op 8 jaar.
→ 1 persoon op 4 heeft diabetes en/of een cardiovasculaire
aandoening.
→ De jaarlijkse uitgaven voor gezondheidszorg voor een chronisch
zieke liggen bijna 3 keer hoger dan de gemiddelde jaarlijkse
uitgaven.
→ Het grondgebied kent een onvoldoende dekking door het
openbaar vervoer.
→ Verplaatsingen naar diensten voor zorgverlening duren langer
en kosten meer.
→ Er is een tekort aan huisartsen en specialisten.
→ Voor sommige zorgverleners is er niet voldoende aanbod voor
permanente vorming.
Bron: Notre défi: En 2021, une ardeur d’avance dans la culture de notre santé,
Persdossier Chronilux, 22 maart 2019.