Dialoog
Apothekersblad nr. 4 - april 2019 Dialoog — 35
hen in een veranderingsdynamiek te
brengen en hen daarna te verwijzen
naar een bestaande organisatie of
een raadpleging op het gebied van
tabacologie.”
Worden er naast die acties voor
patiënten ook specifieke acties
ontwikkeld om de vakmensen te laten
samenwerken in een netwerk?
“Dat is een van de drie pijlers van
Chronilux. We werken onder andere aan
een gezamenlijke tool voor communicatie
tussen de zorgverleners van de eerste en
de tweede lijn. De Geïntegreerde Dienst
voor Thuisverzorging (GDT) Luxemburg
had al een contactmap uitgewerkt. Er
komt een tevredenheidsonderzoek bij
de zorgverleners om hun feedback over
deze tool te vragen en te peilen welke
noden er eventueel nog bestaan. In
een tweede fase zal in samenwerking
met de provincie de overstap naar een
elektronische versie van deze tool
worden onderzocht.”
“We werken ook aan het organiseren
van lezingen, seminars en vorming voor
professionele gezondheidswerkers
over thema’s als empowerment van de
patiënt, therapeutische educatie, het
Waals Gezondheidsnetwerk …”
In vergelijking met de elf andere
pilootpojecten voor geïntegreerde zorg
onderscheidt Chronilux zich door zijn
geografisch bereik. Het is het enige
project dat een hele provincie bestrijkt.
Komt dat door de bevolkingsdichtheid?
“Het komt vooral doordat er in de regio
al een grote bereidheid bestond om
allemaal samen te werken. De GDT
Luxemburg had al veel initiatieven
ontwikkeld op de schaal van de provincie.
Het was trouwens ook deze dienst die
het initiatief nam voor het Chroniluxconsortium
en het pilootproject indiende
bij de overheid. Dankzij dat werk kent
een groot aantal vakmensen elkaar al.
Bovendien is er in onze provincie maar
één ziekenhuis en dat maakt sommige
dingen ook net iets gemakkelijker.”
Maar worden andere dingen niet net
ook ingewikkelder door dat uitgebreide
werkingsgebied?
“Het klopt dat het gemakkelijker is om
acties te kunnen uittesten in een kleiner
gebied. Vaak kan de gemeente een goede
toegang bieden. Werken op de schaal
van een gemeente heeft iets menselijks;
veel meer mensen kennen elkaar al.
Misschien zou het goed zijn om een
aantal modellen uit te werken van acties
die de gemeenten daarna zelf kunnen
omzetten en uitvoeren. Dat zou een mooi
uitstalraam zijn voor die gemeenten.”
Hoe ziet u de toekomst van het
Chronilux-project?
“Ik denk niet dat we genoeg tijd zullen
hebben om het volledig uit te voeren
voor het eind van de periode die
de overheid heeft voorzien voor de
pilootprojecten. Maar er zullen wel een
aantal ideeën en acties zijn uitgetest;
‘kinderziekten’ zullen zijn vastgesteld
en opgelost; er zal een zekere
dynamiek op gang zijn gekomen en een
aantal ‘ambassadeurs’ zal aanwezig
zijn op het terrein.”
“Natuurlijk blijft het gebrek aan
middelen om de prestaties van de
zorgverleners te vergoeden, een
belangrijke belemmering voor het
ontwikkelen van multidisciplinaire
projecten voor geïntegreerde zorg. Net
als de versnippering van bevoegdheden
over verschillende beleidsniveaus, die
de zaken ook enorm bemoeilijkt.”
François Bonheure
V.l.n.r.: Isabelle Van der Brempt (Diensthoofd Acute, Chronische en Ouderenzorg, FOD
Volksgezondheid), Pascale Adam (ondervoorzitster SISD Luxemburg), Céline Mostade
(coördinatrice Chronilux), Philippe Bruliau (apotheker uit Neufchâteau) en Stéphan De Mul
(gedeputeerde en voorzitter van het provinciaal college van Luxemburg).
Foto Chronilux