6
KORTE BERICHTEN • 15 januari 2020
Niet-substitueerbaar?
Frankrijk wil het overmatig gebruik van
de vermelding ‘niet-substitueerbaar’ op de
geneeskundige voorschriften beperken. Hoe?
Vanaf 1 januari is de vermelding niet meer geldig
als ze niet wordt gecombineerd met één van
de drie volgende codes die het gebruik ervan
rechtvaardigen:
• MTE voor geneesmiddelen met een nauwe
therapeutische marge;
• EFG als er geen generiek bestaat onder een
galenische vorm die aangepast is aan de noden
van de jonge kinderen (jonger dan 6 jaar);
• CIF, als de patiënt een ‘formele en aangetoonde’
contra-indicatie vertoont voor een
excipiens met algemeen bekend effect en
als dat product in de samenstelling zit van
alle beschikbare generieken.
Bij gebrek hieraan mag de apotheker een
generiek product afleveren in plaats van het
voorgeschreven merkproduct.
Substitutierecht
bij onbeschikbaarheid
Op 19 december schaarde de Kamer
zich met een ruime meerderheid achter
een wetsvoorstel, dat eerder was
aangenomen door de commissie
volksgezondheid, aangaande geneesmiddelentekorten
(zie APBnews nr.
294). Een van de maatregelen die werd
aangenomen, betrof de mogelijkheid
voor de apotheker om een geneesmiddel
waarvan het FAGG meldt dat het onbeschikbaar
is, te vervangen of substitueren door een
ander geneesmiddel met hetzelfde actieve bestanddeel
(of combinatie van actieve bestanddelen) en dezelfde dosis,
toedieningswijze en toedieningsfrequentie. Die mogelijkheid is
gebonden aan twee voorwaarden (het naleven van de guidelines
van het FAGG inzake Switch/No switch en de afwezigheid van een
therapeutisch bezwaar, vastgelegd door de voorschrijver). “Het
gaat dus niet om ongebreidelde en onverantwoorde willekeur, maar
om een wettelijke omkadering in het belang van de patiënt die toelaat
een voorgeschreven behandeling – en dus de therapeutische intentie
van de voorschrijver – uit te voeren of verder te zetten”, verduidelijkte
onze (op dat ogenblik nog) voorzitter Alain Chaspierre.
Wettelijk kader en dialoog
Die vooruitgang is zeker toe te juichen, maar er moet nog een
uitvoeringsbesluit gepubliceerd worden vooraleer de maatregelen
van kracht worden. Het substitutierecht van de apotheker in het
geval van onbeschikbaarheid zal dan een wettelijk kader krijgen,
waardoor er een einde komt aan een situatie waarin we de facto
substitueren in het belang van de patiënt. “We hopen dat het koninklijk
besluit snel gepubliceerd zal worden, gezien de noodzaak op
het terrein”, aldus Alain Chaspierre.
Het naleven van de richtlijnen Switch/No switch en het informeren
van de patiënt over de reden van de substitutie, vormen de
hoekstenen van een systeem dat de veiligheid van de patiënt en
de continuïteit van de behandelingen vooropstelt. In dat opzicht
zitten de Groupement Belge des Omnipraticiens (GBO) - die een
kartel vormt met het Algemeen Syndicaat van Geneeskundigen
van België (ASGB) - en APB op dezelfde lijn. Er zijn constructieve
contacten gelegd voor een dialoog met alle betrokken partijen die
de huisartsen vertegenwoordigen. De Belgische Vereniging van
Artsensyndicaten (BVAS), die zich heeft verzet tegen substitutie
in het geval van onbeschikbaarheid, zit nog niet op dezelfde golflengte.
Alain Chaspierre heeft aan hun vertegenwoordigers een
overlegvergadering voorgesteld om de maatregel te bespreken
en… de datum is al vastgelegd.