Farmaceutisch Tijdschrift voor België – 99ste jaargang nr. 1 - maart 2019 11
ontstaan of verergeren zoals stofzuigen
of bed opmaken, contact met dieren,
droog/zonnig weer… Ook de aanwezigheid
van allergische rhinitis, atopische
dermatitis of astma in de familie maakt
de diagnose van allergische rhinitis meer
waarschijnlijk 5, 19.
4.2. Patiënteninformatie
De eerste stap in de behandeling is het
vermijden van allergenen. Als dit niet
mogelijk is of onvoldoende effect heeft,
kan een medicamenteuze behandeling
verlichting brengen.
4.2.1. Hygiënische maatregelen
Roken wordt afgeraden. Ook andere
prikkels die klachten veroorzaken, dienen
indien mogelijk vermeden te worden.
Het vermijden van de allergenen werkt
duidelijk bij hooikoorts.
Voor patiënten met een allergie aan
huisstofmijt is de situatie complexer
aangezien blootstelling zeer moeilijk te
verminderen valt. Huisstofmijten voelen
zich het meest thuis in een warme en
vochtige omgeving. Daarom kunnen
enkele maatregelen vermeld worden.
Bewijs uit gerandomiseerde studies
is echter schaars en de aanbevelingen
van de apotheker dienen dan ook zeker
rekening te houden met de wensen van
de patiënt.
• Dagelijks het huis te verluchten.
De relatieve vochtigheid ligt ideaal
tussen 30 en 50%. Een hygrometer
kan de patiënt helpen hier zicht op te
krijgen 24.
• De slaapkamer dagelijks gedurende
een halfuur te verluchten.
• Zeer regelmatig (2 tot 3 maal per week)
met een vochtige doek stof af te
nemen. In de slaapkamer wordt
gedweild en is een stofzuiger af te
raden, tenzij een stofzuiger met een
HEPA-filter gebruikt.
• Vast tapijt vervangen door een
Figuur 5 : Verwijsschema voor patiënten met allergische rhinitis 23
Tabel 4: Richtlijnen voor verwijzing naar de arts
De apotheker verwijst door naar de arts indien:
–– Onvoldoende succes van de initiële therapie (zelfevaluatie door
de patiënt na 3 dagen antihistaminica of 2 weken INC).
–– Kinderen, jonger dan 6 jaar, die voor de eerste maal klagen over
allergische rhinitis. Kinderen tussen 6 – 12 jaar worden verder
geholpen. Bij hun volgend bezoek aan hun huisarts dient dit wel
vermeld te worden.
–– Kortademigheid en piepende adem. Dit kan immers wijzen op astma.
–– Oor- en aangezichtspijn. Allergische rhinitis kan gepaard gaan met een
secundaire infectie ter hoogte van het middenoor (otitis media) of de
sinussen (sinusitis).
–– Chronisch verstopte neus zonder de overige symptomen van AR.
–– Chronisch gebruik van decongestieve neusdruppels en/of –sprays.
–– Acute visusvermindering, dubbelzien, pijn aan 1 oog
Praktijk