Farmaceutisch Tijdschrift voor België – 99ste jaargang nr. 1 - maart 2019 27
hypocalciëmie, hypomagnesiëmie of
bradycardie 2. Grote voorzichtigheid is
geboden bij het voorschrijven van deze
moleculen, vooral bij risicopatiënten.
3.4. Aanbevolen praktijk
In de beschreven casus hebben de
voorschrijvers noch de apothekers of
apotheker-stagiairs die de voorschriften
valideerden deze geneesmiddelinteractie
opgemerkt. Het voorschrijfprogramma
gaf de interactie tussen sotalol
en amiodaron nochtans aan, in
tegenstelling tot bij het gebruik van
sertraline, waarvoor het programma
geen waarschuwing gaf. De apotheker
moet rekening houden met de ernst
van de geneesmiddelinteracties die
aanleiding geven tot torsades de pointes,
en voorschrijvers zo nodig hierop
attent maken. Momenteel wordt een
substitutietabel van de torsadogene
moleculen uitgewerkt. Aan de hand
daarvan kunnen apothekers in geval van
geneesmiddelinteracties alternatieven
voorstellen; de finale beslissing ligt wel
bij de voorschrijvende arts. Bij ontslag
uit het ziekenhuis werd geen ander
antidepressivum voorgeschreven ter
vervanging van sertraline. Nochtans
had men moleculen zoals duloxetine of
mianserine kunnen voorstellen, die geen
torsadogene eigenschappen hebben 11.
Tijdens het driemaandelijks “Comité de
Retour sur Expérience Médicamenteux”
(CREX-Med) van onze instelling (nvdv:
feedbackcommissie die zich bezighoudt
met het bespreken van ervaringen m.b.t.
geneesmiddelengebruik) werd deze fout
intercollegiaal vastgesteld en beschouwd
als verantwoordelijk voor het optreden
van ernstige ongewenste events. Een
multidisciplinair team zal deze fout a
posteriori verder analyseren met behulp
van de Orion®-methode. Deze methode
reconstrueert het verloop van de
gebeurtenissen die tot het event hebben
geleid, identificeert de oorzaken en stelt
corrigerende acties voor om het systeem
te verbeteren 15. De Orion®-methode
is een methode voor systeemanalyse
van a posteriori risico’s, gebaseerd op
ervaringen uit de luchtvaart. Ze wordt in
Franse ziekenhuizen frequent toegepast
voor evaluatie van de praktijkvoering.
De analyse gebeurt in zes fasen:
gegevensverzameling, reconstructie van
de chronologie van het event, identificatie
van de afwijkingen, identificatie van de
bevorderende en beïnvloedende factoren,
voorstel van uit te voeren acties en
opmaak van een analyserapport.
Dankzij de conclusies uit deze analyse
kunnen we de stappen in de zorgketen
identificeren die tot de fouten hebben
geleid en actie ondernemen om
soortgelijke toekomstige fouten te
vermijden. De ervaring met de ernstige
bijwerking in onze casus heeft alle
voorschrijvers gesensibiliseerd
voor geneesmiddelinteracties. De
apothekers zijn bij de analyse van
medicatievoorschriften doorgaans
waakzamer geworden ten aanzien van
interacties tussen geneesmiddelen
en brengen ze ook systematisch
onder de aandacht van voorschrijvers.
De cardiologen valideerden de
substitutietabel voor torsadogene
middelen. Voor de veelheid aan
voorschrijfprogramma’s is er anderzijds
geen pasklare oplossing. De dienst
Intensieve zorgen wil zijn huidige
programma behouden, omdat deze in
vergelijking met de programma’s van
de andere ziekenhuisdiensten, meer
specifiek en beter aangepast is aan het
voorschrijven van medicatie op de dienst
Intensieve zorgen.
4. Conclusie
Gelet op de vele geneesmiddelen die
het QT-interval verlengen, moet de
apotheker een actieve rol opnemen in het
voorkomen van torsades de pointes. Het
opsporen van geneesmiddelinteracties
en hierbij voorrang geven aan
geneesmiddelen die aanleiding geven
tot torsades de pointes, zijn elementen
die moeten worden besproken met
de voorschrijvers. Een scoretabel
die het risico op verlenging van het
QT-interval kwantificeert 16 en een
substitutietabel voor torsadogene
middelen zijn hierbij een hulpmiddel.
ECG- en elektrolietenmonitoring kunnen
eveneens worden aanbevolen, vooral als
er geen therapeutische alternatieven
voorhanden zijn. Het is van cruciaal
belang om zorgverleners bewust te
maken van het risico van torsades de
pointes, gezien het levensbedreigende
risico voor de patiënt. Ten slotte maakt
de analyse van dit ongewenste event deel
uit van het risicomanagementsysteem
dat elke zorginstelling in Frankrijk a
posteriori moet toepassen, en dat toelaat
om via multidisciplinair overleg efficiënte
acties voor te stellen.
Correspondentie
Phn Eva Grolier
Hopital d’Instruction des Armées
(HIA) Laveran, Pharmacie hospitalier,
Marseille
evagrolier@hotmail.fr
Belangenconflict
Geen.
Onderzoek
link